Kunstlandschappen.

De daadkr8 van de publieke ruimte.

Off the grid, appropriation of the public space by site- specific art interventions.

Ik ben Irene Janze en ik wil jullie bedanken voor de uitnodiging. Ik ga vandaag spreken over twee kunstinterventies in de publieke ruimte in Amsterdam om aan te tonen dat de publieke ruimte zelf een grote "actor" is in de totstandkoming van de interventie. En niet alleen is hij actor, zijn eigenschappen verschijnen in relatie tot het kunstwerk. Hij is niet alleen medevormgever van het kunstwerk, maar hij wordt zelf ook door de interventie vormgegeven. Hij is en wordt.

Ik beschouw de publieke ruimte niet als een passief decor, een passief of neutraal landschap, maar als een “doing”, een agency - een knooppunt en netwerk van activiteiten, stoffelijkheden, substanties en ideeën - die actief deelneemt aan mijn kunstinterventies en die in de actie tot stand komt. Zijn (of haar) performativiteit (daadkracht) bepaalt in hoge mate welke kunst interventies worden toegestaan en welke niet en hoe gebruikers er naar kijken. Verwachtingen, schaal, functie en imago spelen een belangrijke rol in de karakteristieken en betekenisgeving van mijn kunstinterventies.

 

Om te demonstreren hoe de publieke ruimte en de kunstinterventies elkaar betekenis geven en "intra - acteren" (daarmee bedoel ik dat eigenschappen en kwaliteiten in de actie verschijnen en niet voor de actie als essentie al aanwezig zijn) zal ik ingaan op de daadkracht van de publieke ruimte in twee van mijn kunstinterventies: het postzegelparkje op de hoek van de Soembawastraat, ook wel genoemd de ideeën bank of het Open Lucht Atelier in een arme “Vogelaarwijk,” de Indische buurt in Amsterdam en het Logolengtelaboratorium op het duurste stukje grond van Nederland, de Zuidas te Amsterdam.


Deze kunstinterventies duwen en schuren tegen de al dan niet zichtbare normatieve landschappen en gaan een dans aan met de publieke ruimte. In deze dans verschijnen eigenschappen van de publieke ruimte en de kunstinterventies.

1.Het Postzegelpark op de Soembawastraat in Amsterdam Oost.

Een verwaarloosd stukje restruimte rond een parkeerterreintje tussen wat woonblokken werd veranderd van een verslavingswildernis in een terrasje met kinderactiviteiten. De verwaarloosde restruimte werd het afvalputje van de buurt genoemd door de politie. Mensen dronken zich op het gemeentebankje in coma, waren psychotisch en stuurden honden op kinderen af en staken voorbijgangers met messen. Op enige afstand van het bankje ontstond zwaardere criminaliteit van harddrugs en illegale prostitutie.(vrouwenhandel)

Een keer per week stonden omwonenden waaronder ik voor het gemeentebankje, die we in de nacht hadden omgedoopt tot ideeënbank. Het doel was het terugveroveren van deze publieke ruimte voor de omwonenden.

Activiteiten

We brandschilderden samen met de kinderen uit de buurt de portiekramen.
We maakten plinttuintjes, kunstbloemen en “tree shirts” etc. Samen met de architect (Miek Witsenburg) stelden we een plan op voor herinrichting van dit stukje ruimte. In de eerste zomer werkten de alcoholverslaafden gewoon mee, voor zover hun staat dat toeliet.

De transformatie van de publieke ruimte. 2011, 2012, 2013

Op onderstaande link staan foto's gemaakt door de bewoners:


http://picasaweb.google.com/107491263977585049549/?gsessionid=5PjgbFpca6pm- PpIa_0uSQ

klik hier voor filmpjes over de transformatie: Activiteiten van buurtbewoners; Verbouwing; Opening schaakbord;


Op deze plek in de Indische buurt hebben de kleinste minderheid, de individuele mens, en in het kielzog van het individu: kleine groepen burgers, veel macht over de publieke ruimte. De verslaafden hadden veel macht en later de omwonenden. Een persoon kan van alles ondernemen, zonder dat iemand zich eraan stoort. Er is een grote tolerantie, zolang mensen er niets mee te maken hebben. De ingreep valt ze niet of nauwelijks op. Niemand belde de politie toen ik de gemeentelijke afvalbakken beschilderde. De politie zou ook niet komen trouwens. Ik bouwde met kinderen een plastic kasje en zaaide sterrenkers.

kasje

Tegen de verwachtingen van bewoners in die me waarschuwden dat de tent weer vandalisme uit zou lokken bleef de eenvoudige constructie keurig twee weken- tot de oogst- op het pleintje staan.
Het effect van de eenvoudige handelingen in deze publieke ruimte is heel groot. Kinderen en hun ouders kwamen helpen. De criminaliteit verdween.

zomer 2012

voorjaar 2013, Studio Open Air

 

Verslaafden werden weer geholpen door sociaalwerkers. Tot onze verrassing kwam de politie af en toe langs. Eigenlijk kwam iedereen ons steunen van gemeente - ambtenaren en woning coöperaties, tot fondsenwervers en ministers. We brachten het zelfs tot een uitnodiging van de koningin en kwamen op het paleis.

Als bonus komt in achterstandswijken het “Richard Florida” effect om de hoek kijken: kunstenaars faceliften de buurt, die dan weer meer waard wordt. De stadsdelen willen graag kunstinterventies en geven subsidies aan kunstenaars, die als nieuwe maatschappelijk werkers goedkoop en op tijdelijke projectbasis het oude maatschappelijk werk uit de buurt stoten. De overheid trekt zich tegelijkertijd terug uit het onderhoud van de publieke ruimte, waar private ondernemers of zzp-ers op in springen. En ook kunstenaars. Zoals ik zelf.( wel doe ik iets anders dan het oude maatschappelijke werk. Ik werk met wat voorhanden is. Ik ga niet allerlei mensen iets "leren.")

Het effect van kleine ingrepen is wel groot.
Ze veranderen langzaam maar zeker de ruimtelijke grammatica, de sfeer en de esthetica van de ruimte. Het is alsof kleine moleculen zich mengen tot een ander geheel. Dit noem ik het oplossend vermogen van de publieke ruimte en die is in deze restruimte hoog.

De publieke ruimte gedraagt zich in de intra - actie met de (kunst)interventie als een canvas, die langzaam lijkt te veranderen in een nieuw schilderij. Hee, krijgt de publieke ruimte hier toch eigenschappen van een decor? Natuurlijk, we moeten niet vergeten dat deze restruimte zich bevindt op een viersprong met lange uitvalwegen uit de buurt. Het is een overzichtelijke plek als je drugs wilt dealen. Je kan de politie goed zien aankomen en ook snel wegvluchten indien nodig. Het bankje stond in deze restruimte met zijn gezicht naar de zon. Een ideale plek voor alcohol verslaafden, vooral omdat de politie, sociale werkers en andere gemeentelijke diensten zoals de dienst ruimtelijke ordening en de dienst voor het onderhoud van de publieke ruimte dit deel van de buurt niet hoog op hun prioriteiten lijstje haddden staan. De plek werd immers omgeven door blokken sociale woningbouw met op de plint koffieshops en goedkope supermarkten vol met drank. De publieke ruimte had zeker een behoorlijke stem in het verworden tot verslavingswildernis, maar kreeg toch op een relatief eenvoudige manier een ander uiterlijk, gebruik en uitstraling.

conclusie
Oplossend vermogen van de publieke ruimte is hoog.
Grote tolerantie , niet geïnteresseerden laat het verder koud
Verandering van gebruikersgroep met kleine ingrepen( 1 x per week) groot effect

2.De Zuidas

De andere kunstinterventie, het logolengteonderzoek vindt plaats op de Zuidas, het duurste stukje grond van Nederland
In het algemeen wordt de Zuidas gezien als een anoniem, internationaal zakendistrict, een belastingparadijsje. Een plek zonder Amsterdamse wortels, die zo kan worden opgepakt en ergens anders neergezet. Ook wel bekend als een off shore .

de Zuidas

 

indruk van de schaal vd publieke ruimte

De publieke ruimte op de Zuidas heeft een grote schaal, is zeer dominant en is gericht op bewegen van het ene gebouw naar het andere, of naar het station of autoweg en vandaar naar andere plekken in Nederland of naar Schiphol om van daaruit internationaal te bewegen.
De publieke ruimte is zeer krachtig en dominant. Hij is grootschalig en sterk regulerend. De straten zijn breed en oost west georiënteerd. De eeuwig waaiende zuidwestenwind heeft er vrij spel, je bent onbeschermd. Dat noodt niet uit tot stilstand. Het zijn transit ruimtes. Op voetgangersniveau is er niet veel te beleven, er zijn nauwelijks kleinschalige verblijfsruimtes of speelplaatsen.( in oktober 2013 wordt een eerste openbare speelplaats aangelegd op de plek van de Kunst reserve bank, een kunstinstallatie). Iedereen ziet eruit als een succesvolle zakenman of vrouw, behalve op zijn westelijke flank waar de academie en universiteit staan. Individuen en kleine groepen mensen hebben er nauwelijks macht.

Het is er zeker niet multicultureel, het is helemaal niet multi, er heerst een monocultuur. De plek lijkt uit de handen van een algemeen publiek genomen en in de handen van bedrijven en zeer goed georganiseerde, civiele organisaties(waaronder zich zeer goede opgeleide juridische personen bevinden) te zijn gegeven.

 

Mijn kunst interventie startte op de universiteit in 2009 en heet de logolengte.

the logolength:


LogoLength Zuidas is an artistic, mathematical research project.


The research:
Characterize the corporate logos by measuring their heights and dissect the
logos into stories and images.
The aim is to change the general vision on the location and its logos.

The calculation:
The logolength formulae consists out of three components: the logo-height, the logo-speed(stories and images), the logo-force. LL=lh + lv+ lf

formule in symbolen:

A mathematical formula translates the three components in a number and calculates the length of the logo. Through a website the public can value the stories, images or deliver a story and hence influence the length of the logo.

The logolength-ratings:
Through a database we measure the variation in lengths.

The art intervention
a/ An old house on the Zuid-as is transformed into an art installation: the logolength laboratory.
b/ A light installation on top of the building operates as a beacon and depicts the ratings

 

Het proejct logolengte onderzoekt de logo’s op de Zuidas. Het onderzoek rolt de logo’s uit in verhalen en vertaalt ze in een kunstlandschap. Al deze informatie wordt via een wiskundige formule uitgedrukt in een getal: de logolengte. (www.logolengte.nl)

Door de verhalen en beelden krijgen de logos en de Zuidas andere eigenschappen, waardoor de visie op de plek verandert. Op deze manier probeer ik de logos en de zuidas te onteigenen uit handen van de bedrijven en weer in handen te leggen van een algemeen publiek.

In het project speelt de omgeving een grote rol. Ik zal dat nu laten zien.
Het begon als een academisch en artistiek platform voor studenten van de VU en de Rietveld academie. Ik had een middag per week de beschikking over een bureau op de universiteit en af en toe een vitrine. Het gebouw van de Vrije universiteit is zeven dagen per week open voor iedereen en ik beschouw zo’n vitrine dan ook als onderdeel van de publieke ruimte.

showcase

Alles was klein en mobiel. Buiten het gebouw bleken kleine interventies geen vat te krijgen op de ruimte vanwege haar schaal. Dat geldt ook voor de Kunst Reserve Bank die een hele kavel in beslag neemt of de KunstKapel die verstopt ligt in een park. Zij worden geheel door de omgeving opgenomen met een gering effect. Wel werden wij, logolengteonderzoekers met onze kleine try- outs overal opgemerkt in de monotone omgeving en meestal werd onze handeling of ingreep niet getolereerd door de “Zuidas werkers”.
De politie werd gewaarschuwd en die kwam ook. De werkers in de torens moeten met verrekijkers ons hebben ontdekt want zoals u op de dia ziet, het tentje wat we neerzetten stond echt in de middel of nowhere.

tentje op zuidas

Met toestemming overigens. Toch kwam de politie langs. Treinen stopten en machinisten hielden ons aan als we met rugzakken op het perron stonden en foto’s maakten. Daar ben ik echt te oud voor.
Voor grotere interventies kreeg ik geen toestemming of geld. De eerste resultaten werden daarom op wetenschap gebaseerde verhalen.

Door de crisis moest de universiteit zich uit het project terugtrekken. Door diezelfde crisis werd de verhuizing van de schooltuin tegenover de universiteit uitgesteld. De dienstwoning van de beheerder kwam echter wel vrij en werd door de dienst Zuidas en de schooltuin voor dit onderzoek aan mij ter beschikking gesteld.
In de loop van ruim twee jaar werd dit gebouwtje omgebouwd tot logolengtelaboratorium, een kunstinstallatie met presentaties voor een algemeen publiek, dwz voorbijgangers, ziekenhuisbezoekers, zakenmensen, studenten en omwonenden.

 

.

logolengtelab buiten

In het samenspel tussen de installatie, het actieve en passieve publiek , bedrijven, wegwerkers, studenten, schooltuiners en media ontstaat de betekenis van het logolab, die heen en weer beweegt tussen verschillende realiteiten. Door handelingen van anderen ontstaat telkens een andere ruimte.
Om een voorbeeld te geven: ik plande een theetuin en tekentuin als community poot van het lab. Immers het gebouwtje ligt in een prachtige schooltuin recht tegenover een ziekenhuis. Dat werd toegejuigd door de dienst Zuidas, die verzocht of ik wat terug wilde doen voor een algemeen publiek. Op deze manier kon ik ook wat geld verdienen. Iedereen blij.

 

constructiewerk

Maar toen ik begon werd de ingang van het lab voor de duur van 2 twee jaar geblokkeerd door constructiewerk en een generator verspreidde een constante stank. De theetuin kon ik meteen wel vergeten en de tekenlessen konden enkel op woensdagmiddag worden gegeven, omdat de hoofd- ingang van de schooltuin moest worden gebruikt en de bezoekers de lessen zouden verstoren. Op woensdag middag is er geen les.
Het was niet te zien dat het logolengtelab er was en bordjes op het hek verdwenen achter containers. De schooltuin begon langzaam maar zeker het gebouwtje als een extra opslagruimte voor hun spullen te beschouwen.

In die twee jaar ging veel energie naar het creeeren van ondersteuning om gewoon te overleven met het lab. We gaven workshops tijdens de Open Schooltuindagen. Onder de paraplu van OntdekdekunstvanZuid manifestatie organiseerd ik "de Open Zuidas," waar bedrijven op de Zuidas hun deuren openen om kunst uit hun collectie of van genodigde kunstenaars te tonen. Natuurlijk waren de schooltuin en het logolab geopend met doorlopende verhalen over logos van de geopende buur bedrijven: de VU en de ING
Resultaten uit het logolengte-onderzoek werden op diverse internationale kunst en wetenschapsplatforms gepresenteerd.

Dia 15 diagram

Na twee jaar had ik genoeg steun en publiciteit verworven om een eigen ingang te krijgen en werd de kunst en lichtinstallatie eindelijk gebouwd en opengesteld voor het publiek. De installatie op het dak heeft een industrieel uiterlijk en is aangepast aan de hijskranen en gebouwen in aanbouw rondom haar. In de garage kan men overdag stoelen pakken en vinden af en toe muziekoptredens plaats. En ondanks dat het lab een voetnoot is op de plint van de Zuidas, begon de installatie te werken. Vanwege de strategische ligging bij een afrit van de snelweg , naast een weg met voet- en fietspad vangt de logolengtemeter, een lichtinstallatie van de kunstenaar Anton Dekker, op het dak veel bekijks en trekt hij publiek.


Naast speciale openingen is het lab twee middagen per week open en mensen druppelen binnen. Om de plek zelf zoveel mogelijk aan het woord te laten, bestaan de materialen waarvan de kunstwerken worden gemaakt voor het overgrote deel uit afvalmaterialen, die op die locatie worden geproduceerd. In dit geval: bouwmaterialen en materialen uit de schoolwerktuin Dr Alma.

 

Het logolengtelab, binnen

De schoonheidscommissie, de commissie voor lichtvervuiling en allerlei andere civiele organisaties kwamen langs, (en geven na uitleg en rondleidingen gelukkig groen licht.) Dat er schoonheidscommisssies langskomen is in de Indsiche buurt ondenkbaar.
De onteigening en verandering van de logo’s lijkt ook echt plaats te vinden en bedrijven reageren. Zo ook kunst en architectuur routes waar het lab plotsklaps in wordt opgenomen. Kortom het heeft een effect. En zo wordt het handgeschilderde adresbordje bijna opeens belast door precario.

Presentary Room

( The Back Room) Het Achter Kamertje: Sluiers en andere huwelijksrituelen, een installatie van Ariaan van Walsum en Irene Janze

Geheel anders dan in Amsterdam Oost zijn fondsen niet of nauwelijks te verkrijgen. De Zuidas wordt beschouwd als het rijke deel van de stad en er is al veel belastinggeld aan de banken besteed. Dus om gemeentelijke kunstgelden aan te wenden voor een kunstinstallatie op de Zuidas lag en ligt een tikkie moeilijk. (Ze spendeerden dat toch liever in de achterstandswijken of daar waar het niet zichtbaar is. Zo is mij gevraagd te overwegen naar het Beatrix park te verhuizen). Ook de banken wilden niet de illusie wekken dat ze hun geld ook nog eens aan dit soort experimentele onderzoekskunst gaven met mooie verhalen over hun bedrijven en de plek. Want verduidelijkten ze hun standpunt; kunstenaars en banken hebben hetzelfde slechte imago. Luie mensen die belasting geld opmaken aan producten zonder enig economisch belang voor de plaatselijke bevolking.
Het is begrijpelijk, en misschien ook wel goed, maar ik pompte twee jaar geld wat ik verdiende met een kunstinterventie in een achterstandswijk in een kunstinstallatie op de Zuidas, het rijkste gebied van Nederland. Voor mijn gevoel is dat toch een beetje de omgekeerde wereld.

Samengevat; “kleine” ingrepen hebben nauwelijks tot geen effect op de ruimtelijke grammatica,( vanwege de schaal) , esthetica of sfeer van de ruimte, maar hebben wel een groot effect op het gedrag van mensen in deze immense ruimte. Een klein onderdeel, hoe klein dan ook, wat afwijkt van de monotone norm wordt buitengesloten. Het oplossend vermogen en de tolerantie van de publieke ruimte is laag. Je wordt van de as afgedrukt.
Niet enkel door het gedrag van mensen, maar ook door de wind en infrastructuur. Grote brede straten, de z.g. transitruimtes, pleinen, trottoirs en parken. Dit laatste is uitvergroot of ge-accentueerd door de bouw van de internationale zakentorens.

Ik kan concluderen dat het imago, de publieke opinie, de schaal tezamen met de economie sterk determineren welke kunstinterventie wel of niet kan plaatsvinden in die publieke ruimte. Men kan zelfs concluderen dat de kracht van de publieke ruimte afhankelijk is van wat er wordt gebouwd: Woonwijkjes bestaande uit eenvoudige huurkazernes of internationale, zakelijke skyscrapers.


Toch blijkt uit het logolengte onderzoek, dat het de publieke ruimte zelf is, met name zijn altijd al eeuwen en eeuwig waaiende westenwind in samenwerking met de ondergrond, die heel bepalend is geweest voor het verschil in ontwikkeling van woonwijken en nieuwe zakelijke terreinen voor internationaal dienstverkeer.

Dia militaire kaart

Ik zal dit kort uitleggen:

Amsterdam oost bestond uit kleine eilandjes veen die in het water dreven. Mensen en dieren werden vervoerd op boten en op de veenelandjes gedropt; het gebied tussen de Amstel en de schinkel bestond uit een aangesloten stuk hoogveen, het veen groeide tot 10 meter boven zeeniveau en bestond uit heuvels van wel 4 meter hoog. Mensen, dieren en goederen bewogen zich te voet over droog land en een netwerk van kleien paadjes en wegen materialiseerde naar het westen en zuiden van Amsterdam; ten westen van de schinkel lag slechts een dunne veenlaag die werd weggeblazen door de eeuwig waaiende zuidwestenwind waardoor er een meer: de Haarlemmermeer ontstond. Afgegraven en drooggemalen ontstonden er verschillende polders: Amsterdam oost bestond uit allemaal kleine poldertjes, die zich ontwikkelden tot kleine woonwijken, van de Dam tot Buitenveldert was een grote aangesloten polder, die zich tot een lucratief woonwerkgebied ontwikkelde met goede uitvalswegen naar buiten Amsterdam en op de drooggemalen haarlemmermeerpolder, die ongeschikt bleek voor landbouw door de zilte ondergrond, bleek door de aanhouden zuidwesten heel geschikt voor een vliegveld.

Het is niet moeilijk te begrijpen dat de voordelige infrastructuur en de historische economische rendabele woon en handelsgebied met mooie grote huizen en het nabijgelegen vliegveld en zeer goede plek was voor de huidige industrie van internationale geld en dienstverlening.
Waar vroeger koeien graasden en melk gaven, worden nu geld en internationale transacties geoogst.
De mooie, nieuwe zakentorens zijn gewoon geldboerderijen.

Als we een tijd-as aan de publieke ruimte toevoegen dan zie je dat de publieke ruimte van eertijds: het veen, de polders met infrastructuur en de westenwind de condities bepalen voor de torens, die op hun beurt weer een betere infrastructuur en een verdere verharding van de publieke ruimte bewerkstelligen.
Men kan daarom concluderen dat het de kracht van de publieke ruimte zelf is die over time het verschil in relatief armere woonwijken en dure internationale zakentorens met brede doorgangswegen heeft bewerkstelligt.

En daarmee kunnen we de vraag over wat er wel en niet mag met kunst in de publieke ruimte doortrekken naar de daadkracht van die publieke ruimte zelf.