Wat doet de leeuw van de ING op een schilderij van Vermeer?
Oranje tegen Wit, Goud, Geel, Blauw en Rood.
Aan de ING house hangt een oranje leeuw als logo. De contouren van de leeuw zijn blauw, maar de leeuw is opgevuld met oranje. Een bijzondere kleur voor een bank, want de kleur doet meteen denken aan volkse spelen en feesten. Niets mis mee, maar ik krijg associaties met uit de band springen en je lekker laten gaan. Het geeft mij geen solide indruk en doet me totaal niet denken aan een instituut waar degelijk met je geld wordt omgesprongen. We weten inmiddels dat dat ook helemaal niet het geval is, in die zin is de kleur heel goed gekozen. Maar toch, tegenwoordig handelen banken in vertrouwen i.p.v. geld en daar doet die kleur met zijn asscociatie naar brul- en bral partijen me niet meteen aan denken. Die oranje kleur met haar volkse uitstraling is natuurlijk gekozen om de mensen van de postbank (de staatsbank, geen hedge fonds) als klant te behouden toen de postbank fuseerde met de NMB en later met de Nationale-Nederlanden. Om Ingrid en Achmed als klant te behouden.
Het ING-logo dateert uit 1991, toen de Nederlandse bedrijven Nationale-Nederlanden en NMB Postbank Groep fuseerden tot Internationale Nederlanden Groep. ‘I-N-G’ is hiervan een afkorting en de leeuw in het logo is afkomstig uit de diverse logo’s van de bedrijven die ten grondslag liggen aan ING. Overigens het ING house ( spreek uit ai en djie house) huisvest momenteel geen bank meer, maar de verzekeringsmaatschappij. De bank en de verzekeringen zijn weer een gescheiden leven gaan leiden. Op de website van de ING staat:"De oranje ING-leeuw is een duidelijke verwijzing naar de Nederlandse wortels van ING. Oranje is de kleur van Nederland en de leeuw is het nationale symbool. Verschillende bank- en verzekeringsbedrijven die ten grondslag hebben gelegen aan de ING hebben de leeuw in hun logo gehad of hebben dat nu nog steeds." Waarom is oranje de kleur van Nederland? Onze vlag is immers rood, wit , blauw. Oranje roept een associatie op met Willem van Oranje, de oranje wimpel, koning(voorheen-inne)dag en daarmee aan ons koningshuis. Dat zal t zijn.
Koning en volk verenigt in een logo.
Klopt dat wel? De oranje leeuw komt als symbool al heel, heel lang voor. Op de kaart in het schilderij :" de officier en het meisje" van Johannes Vermeer bijvoorbeeld. Dit schilderij is gedateerd circa 1658-1660.(1) Vermeer leefde in onzekere tijden. Willem van Oranje was al weer 100 jaar dood en de toenmalige republiek stond onder druk. Het ware onveilige tijden. Even wat geschiedenis.
De kaart is getiteld NOVA ET ACCVRATA TOTIVS HOLLANDIAE WESTFRISIAEQ.(VE) TOPOGRAPHIA , de kaart van Holland en West Friesland en is getekend door Balthasar van Berckenrode in 1620 en uitgegeven door Willlem Janszoon Blaeu in 1621. De gravure is nog te bezichtigen in het Westfries museum te Hoorn. De kaart is echter beter zichtbaar op het schilderij van Vermeer. Balthasar Florisz van Berckenrode was de derde telg uit het gezin van Floris Balthasars, een gezin van goudsmeden, kopergraveurs, en cartografen. Ze versloegen belegeringen, veldslagen en slachtingen. Ze waren werkzaam in Delft in een Nederland in beweging. In 1588 veranderde De Nederlanden van zeventien provinciën (2), tien zuidelijke en zeven noordelijke, in een Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een resultaat van een godsdienstoorlog (protestantisme versus katholicisme) op economische grondslag ( het rijke Nederland beneden de rivieren versus het arme Nederland boven de rivieren). De cartografen hadden het druk.
Willem van Oranje ( die oranje werd genoemd, omdat hij een prinsdom in Frankrijk erfde en daarmee Prins van Oranje werd) werd door de Staten Generaal benoemd tot eerste stadhouder van Holland en Zeeland. Een stadhouder was een luitenant. Het Franse woord voor plaatsvervanger. Hij was plaatsvervanger van de koning, die toen nog steeds erkend werd. Waar de koning precies vandaan kwam en waar hij woonde, ach dat maakte niet zoveel uit. Als hij maar bescherming bood. Nadat de Franse koning de eerste schreden van de onafhankelijke steden en gewesten ( dat wil zeggen onafhankelijk van Spanje. Door middel van het ‘Plakkaat van Verlatinghe’ werd in 1581 de Spaanse koning de wacht opgezegd) niet had weten te beschermen, week de jonge Republiek uit naar Engeland voor steun. Willem van Oranje werd in 1584 tijdens deze wisseling van de macht vermoord in Delft. Hij was daar net naar toe verhuisd.
In 1588 werd ook de Engelse Robert Dudley, graaf van Leicester naar huis gestuurd. Het heeft veel weg van hoe tegenwoordig voetbalclubs met trainers omgaan. De republiek met het volk als bestuur was een feit. De tijd van Maurits van Oranje en Johan van Oldenbarnevelt brak aan. De tijd ook waarin eerder genoemde Baltasar Florisz – van bovengenoemde kaart- werkte en veel opdrachten kreeg van Maurits van Oranje en de Staten Generaal om de Nederlanden, hoe die er op dat moment dan ook uitzagen, in kaart te brengen. Dat was nodig voor de oorlogsvoering. De uiterlijke vorm van de jonge republiek was nog lang niet uitgekristalliseerd. Na veel oorlogen en wapenstilstanden werd de Vrede van Munster getekend in 1648 en werd de republiek een zelfstandige natie.
In de tijd van Vermeer, die leefde van 1632- 1675 in Delft ( hij werd nog geen halve eeuw lang) verkeerde de Republiek wederom in een crisis. Sterker: in 1650 brak het eerste stadhouderloze tijdperk aan. De Oranje gezinden wilden Willem de Derde als stadhouder, de republikeinen wilden geen stadhouder meer. Het was Oranje tegen Witt. De staatspensionaris Johan de Witt maakte het beleid voor Holland en vele provincies volgden in zijn kielzog. Er braken welvarende tijden aan. Holland werd een economische macht, de handel op zee groeide en “Nederland” werd een koloniale macht. Dat leidde tot conflicten met Engeland waar voortdurend oorlog mee uitbrak over handelsroutes en overzeese gebieden.(1652,1655). Het waren roerige tijden voor Vermeer en zijn tijdgenoten. En om het geheel nog gecompliceerder te maken, de zuidelijke Nederlanden: de Zeeuws -Vlaamse kuststrook, waren voor de Engelsen vanwege de meekrapindustrie, die kleuren produceerde waarmee de Engels wol geverfd werd. Zonder aanvoer van Engelse wol zag de toekomst er lang niet zo welvarend uit. Maar daarover komen we later in het verhaal te spreken.
Niet alleen Nederland was in beweging. Ook de rol van de schilder was volop in beweging. Tot de zestiende eeuw werden mensen die kaarten tekenden schilders genoemd. De kaarten hadden vaak een doel om een landschap of gebeurtenis van een kader te voorzien. Zij dienden ter decoratie voor de adel en gegoede burgerij. De topografische gegevens waren vaak onbetrouwbaar of verzonnen. Het landschap of een stad werd veelal uitgevoerd in een 'vogelvlucht' persepctief. In 1508 werd de driehoeksmeting uitgevonden door Gemma Frisius, een wiskundige opgeleid aan de universiteit van Leuven. Voor oorlogsvoering, maar ook in de scheepvaardij waren betrouwbare, meetkundig correcte projecties zeer wenselijk. De meetkundige projecties, de "exacte kaarten", worden meer en meer uitgevoerd door landmeter-cartografen. De cartouches worden nog door de 'schilders' vervaardigd. Deze verandering voltrok zich ongeveer tussen 1490- 1520, de tijd van Leonardo da Vinci wiens geometrische voorstellingen van steden en hoogtekaarten(waarbij hoogten door kleuren worden weergegeven) tot op de dag van vandaag wereldberoemd zijn. Leonardo da Vinci baseerde zich op Leon Baptite Alberti en zijn della Pittura(1436), die het liniaire punt perspectief voor de schilderkunst toepasbaar maakte. Baptista baseerde zich op zijn beurt op de Arabische filosoof Alhazen(11 e eeuw) en kwam tot een uniformering van een bestaande aanpak. Dit gebeurde omdat de schilders in de nieuwe tijd van het meten, het schildersambacht tot vrije kunst wilden verheffen.Ze wilden gezien worden als wetenschappers en onderzoekers met inzicht in anatomie en wiskunde.
(noot in voegen voor uitgebreide info over perspectieven zie G. Kieft, het hindelijk persepctief in de renaissance (2007) http://igitur-archive.library.uu.nl/sg/2007-1206-203539/c4.pdf en Bert Vandenbussche, Theorie van de waarneming www.avforum.be/lessen/waarneming/Syllabus.doc
Vermeer leefde een goede eeuw later, de tijd van Newton, Descartes en Spinoza. Vermeer lijkt het nieuw opgekomen paradigma te omarmen. In die nieuwe, verlichte wereld verdwenen langzaam maar zeker de engelen. Enkel hun onverschillig licht bleef op de achtergrond schemeren. Vermeer laat in zijn schilderijen de materie zelf schijnen. Een blauw gewaad, het goud op de weegschaal, of de kerk in het stadsgezicht te Delft, ze lijken te stralen door wie of wat ze zijn. De cartografen tekenden kaarten die Vermeer in zijn schilderijen weer exact na schilderde. Alhoewel exact? Er is veel gerekend aan de kaart die Vermeer gebruikt: die kaart van Holland en West Friesland. Er zijn boeken vol geschreven over waar hij zijn spijkers plaatste, of hij een camera obscura gebruikte etc. Vermeer veroorlooft zich vrijheden bijvoorbeeld in kleurgebruik. Hij maakt het land blauw en de zee geel.Terwijl Leonardo al kaarten had gemaakt waar het land geel was en de zee blauw. Ook zijn de diagonalen uitgerekt. vermeer gebruikt niet alleen allerlei meetkundige constructies om zijn voorstelling over de wereld op het doek te krijgen, hij maakt de nieuwe wereld van landmeters , geografen, exacte kaarten en wereldbollen tot voorstelling van zijn schilderijen.
Het vogelvluchtperspecctief was inmiddels vervangen door een parallelperspectief. Vermeer's stadsgezicht van Delft (4) is nauw verbondens met panoramische toneeldecors, waarbij de toeschouwer het middelpunt werd van een wereld rondom hem. Ook weer uit de trukendoos van Alberti . Deze was zich ter dege bewust van de beperkingen voor schilders en tekenaars om, zich bedienend van de construczione legittima- die uniforme methode met al die lijnen en verdwijnpunten, een aannemelijk tafereel op het doek te toveren. Hij voorzag de schilders en tekenaars van een advies: om de horizon te laten samenvallen met de ooghoogte van de afgebeelde figuren. En zo ontstaan landschappen en taferelen waarbij de toeschouwer zich in het centrum van de voorgeschotelde wereld ziet. Iets wat we sinds de Renaissance heel gewoon vinden en wat wellicht heeft geleid tot ons overschatte, zelfingenomen wereldbeeld van de huidige fotograferende mens, die denkt dat het universum om ons draait en wij er middelpunt van zijn.
Vermeer legde in zijn schilderij het stadsgezicht van Delft, waarbij de kerktoren subtiel wordt uitgelicht een verwijzing naar het graf van stadhouder Willem van Oranje, die geen van zijn tijdgenoten zou zijn ontgaan.(3) Vermeer legt dus Oranje verbanden, verwijst naar Willem van Oranje, op de kaart in het schilderij: de officier en het meisje, is de Oranje leeuw centraal gesteld. De afstand tussen het meisje en de kaart en de zichtlijn waarop zij op het schilderij geplaatst zijn, maken hen beiden tot belangrijke onderwerpen. De centraal gestelde leeuw op de kaart valt direct in het oog. Verwijst Vermeer met die oranje leeuw wederom naar Willem van Oranje? En wordtop die manier een verband gelegd tussen die oranje leeuw en en ons koningshuis? Maar Vermeer verwees naar een Oranje, een stadhouder, die voorzichtig in opstand kwam tegen de koning van Spanje en het begin van een republiek vertegenwoordigde. Geen koningshuis dus.
Als je voor andere schilderingen van Vermeer staat, is het alsof je door een muur heen kijkt. Het zijn doorsnedes. Hij brengt zijn wereld perspectivisch in kaart. Hij wil ons wat over zijn wereld vertellen. Als toeschouwer kijk je eigenlijk over de denkbeeldige schouder van de onzichtbare schilder. In het schilderij: de allegorie van de schilderkunst, is in het schilderij een schilder aanwezig. Je kijkt over de schouder van de schilder en ziet hem de blauwe veren van zijn model schilderen. Een Matruska effect, zoals God zijn zoon op aarde zette. Zou Vermeer willen willen beweren dat wij in de wereld zijn, in plaats van op de wereld? We zien ook een 'exacte" wandkaart als decoratief element aan de muur hangen. Het geometrische wordt bij Vermeer als decoratief en figuratief element, in de vorm van een wandkaart, in een geometrische voorstelling over de wereld verbeeld. Weer zo'n Droste effect en een omkering van hoe en met welk doel schilders in de eeuwen voor Vermeer kaarten schilderden. Wat bedoelt hij daarmee? Is het geometrische, het figuratieve en het decoratieve in lagen aanwezig, maar is de wereld in essentie geometrisch? En zijn wij ook opgebouwd uit lijnen, cirkels, driehoeken en vlakken? Zijn voorstellingen zijn opgebouwd met meetkundige zichtlijnen, gulden snedes, verdwijnpunten en zijn gebruik van rechthoekige vlakken, zijn blauwe en gele kleuren, de geometrische ramen, leveren soms bijna abstracte voorstellingen op die aan Mondriaan doen denken. De brieflezende vrouw bijvoorbeeld(verwijzing schrijven). Vermeer schilderde een sterrenkundige en in de literatuur wordt wel beweerd dat dat de sterrenkundige Anthonie van Leeuwenhoek is. Maar zou die sterrenkundige niet Spinoza zijn? Een wijsgeer, die bezig was om de de essentie, het wezen aller dingen, in geometrische causale verbanden uit te leggen? Over het leven van Vermeer en Spinoza is eigenlijk weinig bekend. Zou Vermeer niet een goed verzonnen pseudoniem van Spinoza kunnen zijn? Zoals Marek van der Jagt dat was van Arnon Grunberg. Spinoza zou er alle baat bij hebben gehad om onder een nooit te achterhalen pseudoniem zijn ideeen aan de openbaarheid prijs te geven.
De wereld als uitdrukking van een geometrisch weefsel beschouwen, is in de kunst op vele manieren onderzocht. In lijnen, driehoeken en vierkanten. Vooral vanaf het begin van de twintigste eeuw - dezelfde tijd toen Vermeer uit de vergetelheid werd opgediept - werd het booming business. Ik noemde Mondriaan al, maar ook Malevich concludeerde uiteindelijk dat het goddelijke een zwart vierkant was. Picasso en Braque vonden het kubisme uit, uit de architectuur kennen we de Unie en Bauhaus, en in die wilde sixties zocht Donald Judd naar een kunstvorm die nog beeldhouwen, noch schilderen was. Hij kwam uit bij eenvoudige gestapelde dozen en minimal art. De industriele revolutie had zich een eeuw daarvoor voltrokken en uitte zich nu in mechanisaties, herhalingen en reproducties. Andy Warhol gebruikte brillo dozen: gemechaniseerd geproduceerde, industriele modules en verklaarde het persoonlijke dood. Pollock schilderde intuitieve fractals. Jan Schoonhoven maakte witte reliefs van reperterenden kruisende en evenwijdige lijnen. De geometrisch abstracte werken van Ad Dekkers zijn net drie- dimensionaal uitgebeelde wiskundige formules. Ik weet nog goed dat ik zo'n werk voor het eerst zag in het gemeentemuseum in Den Haag. Ik hield helemaal niet van musea, maar ik moest er voor school verplicht naar toe. Gelukkig! Het zal 1971 geweest zijn. Ik zag een wiskundige formule als beeldhouwwerk. Ik kon er omheen lopen en het aanraken als de suppost niet keek. Er ging een luikje in mijn hersenen open. Die cijfertjes en getallen bezaten vorm en diepte! Vele jaren later hoorde ik dat mijn vader cijfers in kleuren zag. Dat is mij nooit gelukt. Ook niet als ik mijn ogen sloot. Ik had graag geweten welk cijfer de kleur oranje was toebedeeld.
Langs een tijdas van eeuwen, lijkt hetzelfde idee zich gapend uit te rekken, als was het een foto genomen met een enorme lange sluitertijd. Wat heeft bewogen is verdwenen en wat stilstaat vastgelegd. Het idee is gebleven, de middelen waarmee het idee wordt uitgedrukt, bewegen. En af en toe heel af en toe staan ze even stil. Ideeen hangen stil als wolkjes in de lucht.... Soms wordt aan een wolkje getrokken, en regent de inhoud op ons neer. Het nestelt zich in de wereld waar het zich langzaam aan ons openbaart om zich dan weer een tijdje uit de wereld terug te trekken.
tekening
Juist nu wij leven in een wereld van modules, maten, schalen en statistische formules, het leven gelijk is aan een grote rekensom en je naam is verworden tot een code, vat langzaam maar zeker een ander discours post. In het begin van de twintigste eeuw, legde Niels Bohr - Einstein beriep zich nog op de geometrische harmonie van Spinoza - de aarde en het universum langs een oneindig lange telescoop. Een wolkje daalde neer en het universum viel uiteen in steeds kleinere deeltjes, die elk weer bestaan uit andere, kleinere deeltjes met elkaar en inelkaar verstrengeld in een eindeloze omhelzing. Alles maakt deel uit van iets anders, niets staat meer op eigen benen. Ook wij niet. Wij kijken naar een computerscherm zal ik maar zeggen en denken datwat wij daar waarnemen de werkelijkheid is.Geen speciale uitsnede ervan. En bovendien denken wij zelf de muis te zijn die autonoom over het scherm beweegt en positie kiest. Dat is ons zelfmodel. Hoe die oneindigheid dan nog te begrenzen? Hoe dan nog iets te weten, te begrijpen of te doorgronden? Door de essentie uit het raam te gooien. De matruska is verdwenen. Er zit geen schilderij meer in het schilderij en geen lichtheid in het licht. Elke materiele vorm werd actor, een doing in een netwerk. Een schilderij was niet langer meer passief, het landschap niet langer een decor. Hun karakteristieken werden variabel. Hun eigenschappen duiken op in de ontmoeting met andere actoren. Slechts dan en enkel dan komen karakteristieken naar voren. Een schildering doet wat. Hij triggert mijn herinneringen, roept ideeen op, hij kleurt mijn gedachtes. Hij wordt beschreven in tijdschriften en hij reist door de wereld om te exposeren in verschillenden musea. De kleur van de muren waarop hij wordt getoond varieert door hoe een museum op hem en (andere kunstwerken) reageert. Hij blijft nooit hetzelfde schilderij, het schilderij is en wordt in de botsing met andere actoren. Wat is er van het schilderij, de officier en het meisje geworden?
Over het schilderij
Er wordt wel beweerd dat de soldaat en het lachende meisje een verwijzing is naar de eerste twee oorlogen met de Engelsen, waarbij een militair als beschermheer van de provincieen op de kaart wordt getoond. (5) De leger officier wordt ook gezien al een verwijzing naar admiraal de Ruiter die veel zeeslagen van de Engelsen won en een volksheld was ten tijde van Vermeer. Misschien werd de leger officier ook neergezet als beschermheer van de op het water overwonnen jonge land. (6) Maar evenzo goed is het een verwijzing naar de geboorte van de republiek onder de bescherming door de Fransen, een verwijzing naar de stadhouders en is de soldaat een lieu-tenant. Of zou die officier staan voor overheersing en bedreiging? Een persoon die je te vriend moet houden. Die eigenschappen worden allemaal opgeroepen door verschillende auteurs. Wat dat betreft ligt het verleden net zo open als de toekomst. Bekijk het schilderij van Vermeer en trek zo uw eigen conclusies. Ter informatie er is zelfs – een erg interessant boek- over de hoed op het schilderij verschenen: Timothy Brooks, Vermeers hat. Volgens Timothy is de hoed vervaardigd van Indiaanse beverhuiden, die werden verkregen van de Indianen( First Nation People) in ruil voor geweren. De beverhuiden betaalden op hun beurt voor de zeereizen en de handel met China en Zuid Amerika. Timothy Brooks analyseert meerdere schilderijen van Vermeer en vertelt over de invloed van wereldhandel. Mocht u geinteresseerd zijn in de handel en de invloed van de jonge republiek op de wereld raad ik aan om Zwartboek van Nederland Overzee van Ewald van der Vugt te lezen( 2002, Aspect). Waar een een leeuw op een schilderij je niet naar toe kan brengen…..
Op de Rietveld Academie kreeg ik van klas 2 tot en met klas 5 les van een Franse kunstenaar. Zij begon met afbeedlingen over Johannes Vermeer en verwees ons naar de Slegte. “Prachtige, betaalbare boeken, een goudmijn, koop ze en studeer." Onze excuses waren dat een kunstwerk toch voor zichzelf moest spreken, we zaten immers op de afdeling autonoom, maar zij hield vol over Vermeer en over het boek. Na drie jaar Vermeer dacht ik: gek, als je op de middelabre school wiskunde krijgt, begin je in jaar een met een eenvoudige formule en vier jaar later ben je bij de cosinus, tangussen en differentiaalvergelijkingen." Bij haar startte ieder jaar met diezelfde afbeeldingen van Vermeer. Ik verdacht haar ervan gewoon een luie docent te zijn, die met wat eenvoudig lesgeven een ziektekosten verzekering in de wacht sleepte. Hoe mis heb ik het gehad. Ik was nog steeds smoesjes aan het verzinnen om dat ik zelf lui was of als ik het wat milder ben voor mezelf:” er nog niet aan toe was.” Hoe dankbaar ben ik nu dat ze Vermeer er bij ons probeerde in te rammen en door bleef drammen. Ik ben Vermeer nooit meer vergeten en hoe lang heb ik er niet over gedaan om een Vermeer te zien. Lang, heel lang. Maar het is me gelukt, Martine. (7) Mijn excuses, Martine. Bedankt bij deze voor je volharding over Vermeer en de belangrijkheid van het geschreven woord. Zonder een geschreven geschiedenis bestaat het kunstwerk niet, zei je. Er moet over gepraat en ja uiteindelijk over geschreven worden. Het werk zelf doet er eigenlijk minder toe dan het verhaal. Ja, dat zei ze. En die verhalen worden door de tijd en door diverse mensen( maar ook instrumenten die door verf heen kijken, door de ruimte en lichtval in een galerie, door bedrijven die bepaalde bladen sponsoren en ga zo maar door) geschreven. Daar moet je naar streven als kunstenaar. Dat jouw (kunst)werk een verhaal wordt, een goed verhaal!
In 1678, Vermeer was al dood, werd weer een vrede getekend, waren de gebroeders de Witt vermoord, was deze gouden eeuw of moeten we zeggen was de kip met gouden ei geslacht, en werd een volgende Willem van Oranje (III) uit Engeland overgevaren. Hij werd stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Oranje won van WIT(T) en van GOUD. Willem de vierde werd de eerste erfstadhouder na het tweede stadhouderloze tijdperk 1702-1747 en Willem de vijfde bestond ook nog. Uiteindelijk werd Willem de zesde koning Willem de eerste, want voor minder deden de Willem van Oranjes het niet meer. Maar deze afloop kende Vermeer niet.
Hoe zit het nu met die leeuw op dat schilderij?
De generaliteitsleeuw werd in 1579 na de Unie van Utrecht gekozen als symbool voor de jonge republiek. Deze leeuw werd in Holland rood/oranje afgebeeld op een gele ondergrond. Aanvankelijk had zij nog zeventien pijlen in haar linker klauw, later zeven. In verband met het aantal provinciën (staten), waar de republiek uit bestond. Ook de kleuren draaiden in de loop van de tijd om. Een gouden (gele) leeuw op een rode ondergrond. Maar op het schilderij van Vermeer is de oranje leeuw centraal gesteld. Een verwijzing naar de jonge republiek.
Ok, Vermeer wijst met de oranje leeuw naar de Oranjes en het begin van de Staat der Nederlanden. Op de website van de ING staat dat oranje de kleur is van Nederland. Onze schaats -, hockey - en voetbalteams sporten in de kleur oranje, niet in rood wit blauw. Oranje won het ook van rood en blauw. Een zeer dominante kleur. Maar is dat eigenlijk niet vreemd. Werd oranje de kleur van Nederland omdat ons koningshuis een huis van oranje is? Een huis wiens kleur verwees naar een prinsdom in Frankrijk?
De leeuw komt in de heraldiek of wapenkunde al heel veel langer voor. Ooit een boek over heraldiek gelezen? Je begrijpt meteen waarom wapenkunde niet erg hot is in Nederland. De wapenkunde neemt ons mee naar Fillips de Tweede waar de Hollandse leeuw haar zwaard kreeg, Karel de Vijfde , Karel de Stoute, Philips de Goede en de ridders uit de 12e eeuw. Ik zal u er verder niet mee vervelen. Kort samengevat: De leeuw als symbool (van kracht, macht en beschermer) komt overal ter wereld en in alle geloofsovertuigingen voor. In het oude China stond de leeuw symbool voor dapperheid.
chinees restaurant
In het Hindoeďsme is de leeuw de vierde incarnatie van de god Vishnoe. In het Boeddhisme betekent de leeuw de wijsheid van Boeddha's leer. In Egypte was hij de wachter. Het Christendom nam van het Jodendom 'de leeuw van Juda' over, symbool van de koninklijke macht van de stam Juda; deze werd nu op Christus overgebracht, In de Islam is het de leeuw die de mens beschermt tegen het kwaad. (8) Door Augustinus (12e eeuw) werd de leeuw gezien als symbool voor Christus: de verdediger van het woord. De leeuw is bereisd, bewierookt en bezongen.
De ridders brachten via kruistochten de leeuw weer terug naar het oosten, naar het land van Jezus. En juist bij die ridders en de riddertijd komt in het boek Het Vooroudergevoel van Blokker, Blokker en Blokker (9) de oranje leeuw op gele ondergrond voor op een riddertoernooi te Haarlem in 1305 en in de ridderzaal in 1394 op vaandels, vlaggen en op schilden. De leeuw op de illustraties van Blokker zien er al uit als de Kaapse Leeuw. Maar in 1200 en 1300 hadden de leeuwen, die op munten gevonden zijn, geen nagels of tong. Als u googelt komt u die afbeeldingen wel tegen. Je moet eigenlijk weten dat het een leeuw is. Hij lijkt op een hond of een abstracte vorm. De muntmeesters of tekenaars uit die tijd wisten waarschijnlijk niet hoe een leeuw er in het “echt “uitzag. De leeuw in die tijd lijkt niet op afbeeldingen van leeuwen zoals wij die nu kennen. De Blokkers zullen gebruik hebben gemaakt van hun creatieve vrijheid.
Het is lang voordat die ene Willem van Oranje van Nassou de eerste stadhouder werd. Wel zijn de Nassau's ( waar die Willem de Eerste van afstamt) al lang een invloedrijke familie in de Nederlanden. Het stamwapen van Nassau is bekend vanaf de 12e eeuw en vertoont een gouden leeuw, getongd en genageld van rood, op een blauw veld, bezaaid met blokjes van goud. (let op: genageld en getongd die afbeelding zal niet stammen uit de twaalfde of dertiende eeuw, maar van later datum). (10)
Die oranje leeuw heeft blijkbaar niets met de van Nassous te maken. Waar dan wel mee?
De ridders en de kleur oranje
De ridders waren de ambtenaren van nu, in dienst van landheren en voerde het bestuur van hun landheren uit. Ze droegen de tekens en symbolen van de landheren op hun kleding, schilden, helmen en vaandels. Hubert de Vries vertelt in zijn boek Wapens van de Nederlanden (11) dat de leeuw als symbool van het heilige Roomse rijk via de wapenuitrusting van vorsten en hun bevelhebbers in de militaire organisatie terecht komt. Een hoge officier had een gouden leeuw, een lagere officier een gekleurde leeuw. (12)
De “gewone mens” liep nog niet zo gekleurd rond, hun kleding bestond uit jute en grauwe wol en vies geworden katoen. Vale kleuren.
Kleur kwam in de twaalfde en dertiende eeuw nog niet uit verfpotjes van de AKZO/Nobel. De textielkunstenaar Ariaan van Walsum wees mij op de oude kleuren. Ze werden gemaakt met pigmenten, die werden gewonnen uit mineralen en beestjes, schildluizen bijvoorbeeld. Ook planten leenden zich tot het bereiden van kleurstof en de voornaamste waren de Meekrap voor rood, de Wede en de Indigostruik voor blauw en Kurkuma (saffraanwortel) en Wouw voor geel. Rood werd gewonnen uit het de wortelstokken van het plantje Meekrap, Rubia tinctorum, waar heel Zeeuws Vlaanderen mee vol stond. Het gaf een rode kleur, die na een bewerking met het plantje Wouw, Reseda luteola (een geel pigment) en een oranje kleur gaf. Voor de verfwinning werd de Wouw eerst in water gekookt met oude urine om het uittrekken van de verfstoffen te bevorderen. Voor het verven van textiel werden aluin en zemelen gebruikt als beits. (13) Bergen op Zoom dankt nog steeds zijn carnavalsnaam, het krabbegat, aan het plantje meekrap. De oorsprong van de oranje leeuw ligt dus inderdaad letterlijk, zoals op de website van de ING staat, bij de Nederlandse, of precieser, Zeeuws-Vlaamse wortels van het plantje meekrap. Het ING logo is geworteld in de Zuid Nederlandse klei.
Met het wortelsap werd de gewoven wol geverfd. Het was een grote industrie en de wol werd uit Engeland geimporteerd. Vandaar dat Zeeuws Vlaanderen de Engelsen graag de oorlog zagen winnen zoals hierboven eerder al werd verteld. De geverfde lakens en andere producten werden naar Noord Duitsland en Noord West Rusland vervoerd, wat een bealngrijke handelsroute werd. Van 1200 tot 1300 brak de eerste gouden eeuw aan voor de Zuidelijke Nederlanden. Er waren geel - en zwartververs en blauw- en rood ververs. Daartussen bestond een hiërarchie. Geel was relatief eenvoudig te winnen en het was dan ook veel goedkoper. De zwart-ververs gebruikten walnoot en afgewerkte baden van rood en blauw om zwart te maken. Rood(met geel) en blauw ververs gebruikten dure grondstoffen en mysterieuze processen. Voor de rode meekrap en de gele wouw waren agressieve chemicaliën nodig, voor blauwe wede niet. Daarom was er binnen de rood en blauwververs ook weer en onderverdeling in de rood (en met geel) oranje ververs en de blauw ververs. (14) De gele pigmenten verbleekten op den duur en oranje veranderde terug in rood. Het oranje, blanje, bleu uit de vlag werd daardoor rood, wit, blauw. Dat was praktischer en kostte minder onderhoud. Enkel een oranje wimpel voor bijzondere gelegenheden bleef over. Toch won oranje van rood, wit en blauw wat betreft de "Nationale Identiteit." (15)
Oranje was gewoon een veel voorkomende kleur omdat de Zuidelijke Nederlanden bezaaid waren met het plantje meekrap. Een kleur voor de lagere adel, de lagere ridderorde. ( of in onze tijd de lagere ambtenaren). Goud/geel was voor een hogere rang. Die hogere rang zit 'm in de gouden kleur, want geel was de goedkope, eenvoudige variant, die naar de gouden kleur moest verwijzen.
Het koninklijke en nationale afvalproduct in 2002.
Toen ik in 2002 na afloop van het huwelijk van Willem Alexander op de Dam afval verzamelde en in kaart bracht, vond ik langs het hek op de dam, wat het algemene publiek scheidde van de koninklijke genodigden, een golf van oranje en rood-wit-blauwe vlaggetjes en papieren, oranje bierviltjes, oranje satéprikkers, oranje kroontjes, oranje balletjes, oranje stoelen, kranten en plastic tassen. Het oranje afval kon zo op een Novib kalender als ons nationale afvalproduct. Aan de andere kant van het hek, bij de koninklijke genodigden, lagen wat eilandjes van gele en gouden papiertjes. Goud was minder in aantal, geel moest de bulk veroorzaken. De koninklijke genodigden hadden zo wie zo veel minder afval gemaakt dan het volk. Aanzienlijk veel minder, dat moet gezegd. Het konigshuis produceerde die dag afval volgens de kleuren van de hoge militaire rangen. De hoogste militaire rang in de riddertijd was ook altijd de koning toebedeeld. Dat is toen Nederland weer een koningkrijk werd in ere hersteld, totdat Prins Bernard roet in het eten gooide. Maar in de kleuren van het koninklijk afval is de hoge militaire rang nog steeds zichtbaar. (16)
afvallandschap 02022002DAM. Hoewel het moeilijk te zien is op de foto, is de kaart gedeeltelijk getekend in een 'oude stijl' om een gebeurtenis van een kader te voorzien. "Outsider kunst" wordt dat ook wel genoemd.Hij is figuratief, maar ook zijn cartografische elementen zijn aanwezig. Zo is het afval op schaal op een plattegrond getekend en kan je precies uit rekenen hoeveel afval er lag. Er zijn verschillenden schalen door elkaar heen gebruikt en perspectieven wisselen van vogelvlucht en kikker tot zij- perspectieven. En toch lijkt het een geheel. Komt u eens kijken in het loglengtelab.
Het koningshuis en het volk vertonen in hun afvalproducten de kleuren codes uit de riddertijd! De Zeeuws Vlaamse kust schemert dus nog altijd door in onze hedentendaagse nationale (afval) iconografie. De Zuid - Nederlandse klei produceert de kleuren des onderscheids.
Het volk krijgt oranje ridderlintjes of holt als uitverkoren voetballende ambtenaren in oranje uniformen over de velden en worden door de toeschouwers, geheel in oranje getooid, toegejuicht. We ontvangen oranje appeltjes van het Oranje Fonds voor uitzonderlijke publieke prestaties, die elkaar doen ontmoeten en de saamhorigheid van het volk bevorderen. En af en toe wordt uit al die oranje appels een gouden appel gekozen. Het volk is qua kleur in rangorde gestegen, van grauw( grauw betekent volk vertelde Marrieta Roodenburg, bezoekster van het logolengtelab en grijs naar oranje. Het volk is verheven tot de lagere ridderorde. We zijn een trapje gestegen, dat dan weer wel. De 'gap' between tussen hoog en laag werd in ruim 800 jaar een tikkie beslecht.
Epiloog
In mijn boekenkast staat maar 1 boek met een fel oranje kaft: easyCity. Interventies in een verscheurde stad van De Vrije Ruimte, Amsterdam 2004. Het collectief verwijst met de kleur naar de easyGroup die vliegreizen(easyJet), autoverhuur(easyCar), eten(easyFood) en weet ik wat nog meer aanbiedt. Een soort van easyLiving voor de, ik citeer: "permanent, gemobiliseerde consument, die zich verzekerd weet voor relatief weinig geld van alle gemakken in een volstrekt geprivatiseerde en veilige omgeving." pag 9. Het telecombedrijf Orange, onderdeel van de Franse Telecom streed met easyMobile om de kleur oranje, maar de kleur oranje kan niet als merknaam worden geregistreerd. "Dit kan alleen als een kleur echt is ingeburgerd en het onlosmakelijk door consumenten met een bepaald product of een bepaalde dienst wordt verbonden." De kleur is niet exclusief genoeg en daarom kunnen vele merken de kleur oranje in hun logo dragen. Voor een logo van BV Nederland lijkt de kleur oranje me meer dan voldoende ingeburgerd. Hoewel ik graag met easyJet vlieg, krijg ik het van al dat oranje op straat, in cafe's of in winkels als Nederland voetbalt of er ergens een nationaal team actief is, altijd SPAANS benauwd. Het is een kleur die andere kleuren buitensluit, een verticale kleur getrokken uit de Zeeuws klei bij een koninkrijk( met overzeese gebieden) behorend. Het laat op zo'n moment waar het oranje overheerst, weinig ruimte voor andere kleuren met horizontale, meer tijdelijk verbanden.
Hoe anders was de kleur van de tijdelijke Rooms - Katholieke wegwerp identiteit ten tijde van de ter aarde bestelling van de Paus JPII in 2005 te Rome. Die was mintgroen met een lichtblauwe gloed door de kleur van de weggegooide plastic waterflessen, die gratis aan het publiek werden verstrekt.
afvallandschap JP II, Rome, 2005 | ||
Toegeven er waren ook wat witgele vlaggetjes (de kleur van het Vaticaan) en wat roodwitte Solidarnosc vlaggen.
afvallandschap JP II, Rome, 2005,detail
Maar die historische kleuren van de dode Paus waren al zeer verdund en bijna opgelost in de kleurenzee van dat moment. Een horizontaal breed verspreidde, oppervlakkig kleurscala van groen en blauw produceerde een serene, sprookjesachtige sfeer, die werd versterkt door een occasional vlakkerend kaarsje in een rode kaarsenstandaard. Het gaf me een gevoel van rust, van ingesloten zijn op die plek op dat moment. Als ik dan toch een verticale kleur zou moeten bekennen, zou het toch rood zijn. Vanwege het rood van de schildluis, de schildluis in de pels van de cactus. Cactussen of cactea werden naar het Middellandse zee gebied ge-importeerd voor de kleuren productie van deze luis. In Mexico wordt nog steeds op de oude "natuurlijke" wijze uit de schildluis (Dactylopius coccus) op cactusplantages de kleur rood, karmijn gewonnen. Dat is de kunst van het blijven, "the art of staying". Ik bewonder die toewijding aan zo'n luizentaak. Het honderdenjarenlange produceren van een kleur. Geen short cut naar technische hoogstandjes voor arbeidstijdverkorting, meer vrije tijd of spullen. Gewoon naakt op de stekelplant je taak uitvoeren om uiteindelijk de chemische industrie eruit te concurreren. Ik geloof wel dat de luis ervoor doodgedrukt wordt en ik hoop ook dat het geen bioindustrie betreft. Dat de luis een vrolijk en vrij leventje heeft. EasyLiving op de plantage. Het doet mijn oude hart uit mijn jeugd met de rode haan opleven. Want ook ik draag de tattoe van een verleden met me mee."Mijn schild en de getrouwe zijt gij oh rood mijn heer. Op u zo blijf ik bouwen, verlaat mij nimmermeer." Rood vanwege het rood van mijn bloeddoorlopen ogen, het schaamrood op mijn kaken en natuurlijk het rood van de liefde. Misschien heel af en toe gelardeerd met een vleugje zwart.