Jumpers

The art of staying

 

Bruce Chatwin beschrijft in zijn boek De gezongen Aarde ( oorspronkelijke titel Songlines), Ooievaar 2006, een theorie over springers en generalisten in de evolutie. ( pg 258,259) Orthodoxe Darwinisten denken dat de evolutie voortschrijdt. Elke generatie verschilt net een tikkie van de generatie ervoor. Uiteindelijk zijn de opgetelde kleine verschillen zo groot dat de generatie een Eigennaam verdient en een nieuwe Linnaeus -soort is geboren. De springers geloven dat elke soort een eenheid is met een begin en einde, ontstaan onder druk van externe omstandigheden. Voor beiden geldt dat de motor voor veranderingen het klimaat is. Bij de jumpers verloopt de sprong van de ene naar de andere soort radicaal door een klimatologische catastrofe, waarbij een groep wordt uitgezonderd van zijn soortgenoten. Zij transformeren of sterven uit. Als springers de motor zijn voor het ontstaan van een nieuwe soort kan nooit DE missing link (een graduele overgang) gevonden worden. Missing links worden ook nooit gevonden -vandaar de spring theorie-, behalve dan in China, zoals ik in het verhaal Missing Links al uit de doeken heb gedaan. Het lijkt erop dat waar naar je zoekt, doet vinden.

Chatwin vertelt in navolging van Elizabeth Vrbr dat elke nieuwe soort en afstammingslijn wordt geboren op een “ge-isoleerde” plek op een bepaald punt op een kaart. Alle soorten moeten ooit springen of sterven uit, maar zij die lang stabiel blijven d.w.z. zij die zich langdurig in allerlei klimaten en omstandigheden kunnen handhaven zijn het succesvolst. Chatwin citeert op pag 259 Elizabeth: ” Het meest succesvol zijn degene die blijven." De blijvers zijn de generalisten. De mens komt voort uit generalisten, die zich onder allerlei omstandigheden hebben weten te redden zonder steeds tot een nieuwe soort te evolueren. Onze generalisatie is onze angst, beweert Chatwin. Hij gaat ervan uit dat de eerste primaten leefden in een grot samen met een gespecialiseerd roofdier. Dit roofdier was waarschijnlijk een katachtige, een nachtdier, "de vorst der duisternis" en de eerste mensen waren 's nachts blind. Uiteindelijk hebben we "het beest" weten te overwinnen, maar we hebben een ingesloten en overgeleverde overlevingsangst “voor het beest” overgehouden. Maar we bewonderen hem ook en willen door het dier bewonderd worden. Als wij geen reden voor angst kunnen vinden, creeëren we beesten. We ontmenselijken mensen door ze steeds een menselijke eigenschap te ontnemen en dierlijke eigenschappen toe te dichten, zoals de antisemieten doen bij de Joden of de anti - islamieten bij Moslims, " Witte mensen” bij “Zwarte mensen,” de anti-homo's bij homo’s. U begrijpt het wel. Zij, de anderen, schreeuwen altijd, eten dieren met doorgesneden kelen, stinken of zijn dom, kunnen klimmen als bavianen, zijn (kinder)verkrachters die hun seksuele impulsen niet kunnen bedwingen. We kunnen de rij eindeloos lang maken. Moet je om een ander te haten jezelf haten? Zoals ook wordt beweerd over de liefde? Je kan enkel een ander liefhebben als je jezelf liefhebt? Er wordt nog wel eens wat beweerd over het "passieve en dociele" gedrag van de Joodse gemeenschap ten tijde van de grote uitroeiing in de vorige eeuw. Konden ze zich niet beter en agressiever verdedigen? Maar wat gebeurt er als je jezelf gaat haten? Kan je dat risico lopen? Wat gebeurt er als je de ander: Hitler en zijn companen als monsters ziet? Moet dat niet voorkomen worden om hen in geen geval te bewonderen en door hen bewonderd te willen worden. Immers dat is eigenlijk wat Chatwin beweert. Niet enkel verklaart hij het gedrag van de nazi's, wat hij duidelijk afkeurt, maar impliciet ook wellicht waarom de vervolgde Joodse mens zich niet tot een beest liet maken en Hitler tot monster. Wat ik dan toch op mijn beurt bewonder. Hans Keilson, wiens "leven en herinneringen zijn aangevreten door rookwolken van de vernietiging", laat zich in zijn boek "In de ban van de tegenstander" uit over zulke kwesties. Het is een bijzonderen interessant boek!

Ik zie overal monsters, maar ik heb ook last van bewondering. Ik sta natuurlijk niet alleen. Monster hier, monsters daar, monsters overal.

In het geval van de Hitchcock film Birds maken we van vogels kleine aanvallende monstertjes. De griffioenen waren grote vogels met klauwen, bewakers van het goud, die aanvielen vanuit de lucht als je het goud probeerde te roven.(zie missing links) Vogels, directe afstammelingen van de dino( gesprongen of langzaam gevolueerd), blijven monsterachtige wezens in onze beleving.

Roderick Hietbrink maakte in 2012 een performance getiteld Cloud Cuckoo Land, waarin mensen met maskers van vogels op hun hoofd met stokken inslaan op de enige persoon zonder masker. Associaties met pesters en de rol van de omstanders liggen voor de hand...

vogels deze illustratie is van internet gehaald www.roderickhietbrink.nl

 

Zouden we ooit springen naar een volwassener stadium en de ander niet tot een onmenselijk monster maken, die ons zal aanvallen als we niet opletten?

Mijn monster besprong me lange tijd en een echte vorm had - ie niet. Nog altijd kan hij me bespringen, maar meestal is hij er niet. Eigenlijk bestaat hij uit hiaten en gaten in de film, de haperingen, stoorzenders, de kleine gaatjes in het doek waar we ons mooie leven op projecteren.

Margaretha Louwers ervallengaten Er vallen gaten (www.margarethalouwers.nl)

 

Wat achter die gaatjes schuilgaat, daar was ik zowel nieuwsgierig als bang voor. De twee vriendinnen, die mij assisteerden bij performances op de kunstacademie, stierven uit. Hun monster was niet langer mooi en intrigrerend. Ze zijn door hem besprongen en verscheurd. Ik hoorde het onlangs en eigenlijk terloops. We dronken wel een thee, de boodschapper en ik, maar wat te doen of nog te zeggen. Een laatste groet aan hen dan, die mij inspireerden, die mij deden lachen en stralen, wiens schoonheid en nog geringe bestaanslengte voor hen uit waaide. Natuurlijk zag ik hun engeltjes en monstertjes als vogeltjes op hun schouders zitten. Ze vlogen soms op en fladderden rondom hun hoofd als een bewegende doornenkrans. Maar zij verjoegen juist mijn monster. Ik hield van mijn twee vriendinnen als een klein monstertje, maar soms, heel soms, ook als een engeltje. Onze verliefdheden riepen schone zinnen op en hun sterven doet verstommen. Kloven, staccato, ruis, gaten in het doek, gestolde adem, stil. Een ge-isoleerde plek, los van soortgenoten. Misschien sprongen ze, maar haalden ze de andere kant niet. En ze vielen, vielen, vielen naar dat donkere gat en namen hun monsters mee in het graf, dat zich opende en zich direct weer achter hen sloot. Een vaarwel aan hen dan, die de voorstelling niet overleefden. ( voor F en M) .

De vorst der duisternis is in onze tijd een zwart gat geworden. Het zwarte gat in het heelal. Het zwarte gat zorgt voor samenhang en trekt alles en iedereen naar zich toe. Op afstand suizen we in cirkels en elipsen rond zware sterren en planeten die de deken van de ruimtetijd vervormen in dalen en bergen. Uiteindelijk vallen hele sterrenstelsels naar het zwarte gat, dat zo diep is en zo zwaar, dat - ie als een afvoerputje alle, te dicht bij hem in de buurt gekomen, materie en energie opslokt. Zelfs het licht en daarom zullen zij die kijken altijd een laatste beeld blijven zien, terwijl de materie als kleine spagetthi-sliertjes als in een gehaktmachine uit elkaar worden gedrukt. Geen overleving mogelijk. Of toch? Wordt er toch energie of trillingen uit het gat geblazen? Er is ontsnapping mogelijk! Ook al gaat het voorbij aan onze waarnemingshorizon, er wordt energie uit het gat gestoten en met een enorme kracht. Sterker, er zijn wetenschappers, die een ruimteschip kunnen bouwen met een piepklein zwart gat als stuwingsmotor. In theorie dan. Wat voor de een de angst voor verdwijning is, is voor de ander het begin van een mogelijke ruimtereis.

Over de vogels in de film Birds kan ik ook het omgekeerde beweren. We dichten de vogels in Birds juist menselijke eigenschappen toe. We maken monsters van ze, die ons aanvallen, omdat we zelf aanvallende monsters zijn. Is het niet gewoon een menselijk projectie?

Neli Debrora(1), hield een lezing getiteld” Gazing at humanized terror: Botero morphs at Abu Ghraib" op de zeer interessante NGE/DAA conferentie(Nederlands Genootschap voor Eshetica)18 en 19 april jongsleden(2013). Zij liet tekeningen van foto ’s van martelingen door het Amerikaanse leger in Abu Ghraibz zien gemaakt door de kunstenaar Franzisco Botero. Volgens Neli vermenselijkte Botero de gruweldaden die op de foto's zichtbaar waren. “The dehumanized being is made into humans again. "

botero's tekening tekening van Botero. Deze tekening is van internet afgehaald

Deze tekeningen werden getoond in het museum voor geschiedenis in Washington. De verandering van de foto’s in “menselijke tekeningen” en het tonen in een museum voor geschiedenis, bewerkstelligt 'kitschification', aldus Debrora. En daarmee passen de beelden binnen een politiek, populistisch discours. Niet alleen zorgen de tekeningen en 'kitschification' voor simpele noties van comfort, het creeert ook een springer. De kitsch beelden over de oorlog creeeren een geschiedenis met een duidelijk begin. In dit geval 9/11/2001 en een Eigennaam: the War on Terror. Met bijbehorende teksten en plaatjes. Amerikanen tatoe-eerden de Amerikaanse vlag op hun ruggen met daaronder teksten als:” the land of the brave.” Het is de “creative power of the false.”( is er dan ook een truth?) Het cree-ert een illusie. Het suggereert dat de martelingen voor 9/11 niet plaats vonden en er geen Amerikaanse agressie was voor die tijd in het gebied. En het rechtvaardigt oorlogs handelingen.

Ik moet bekennen dat ik weleens een filmpje op facebook zie over de bio-industrie. Gewoon een of andere registratie. Natuurlijk er bestaat geen neutraal beeld, maar de 'setting' van het filmpje was er niet opgericht om mij in een populistisch discours mee te krijgen. Ik vond het onmenselijk, ongelooflijk wreed en kwaadaardig, de manier waarop wij met dieren( ik zeg het nogmaals DIEREN) omgaan. Ik kon niet ontsnappen naar een comfortable notie en ik werd weer fanatiek vegetarier. Voor even dan.

Ik vind dat Neli een heel goed punt aan snijdt. Dat juist vermenselijking tot populisme aanzet en daarmee tot ontmenselijking van "de ander." Kunt u het nog volgen? Het is comfortabel als iets problematisch of naars binnen de grenzen van je eigen "menselijkheid" kan blijven. Er hoeft geen actie te worden ondernomen. Het valt gemakkelijk te rechtvaardigen, glad te strijken enzovoorts.

Wat blijft er voor ons kunstenaars dan nog over? Als beelden ontmenselijken loopt het verkeerd af en als ze vermenselijken ook. Wat dan nog te doen? Wellicht net als Martijn Hendriks(www.martijnhendriks.com) de beelden “ontbeelden.” Zoals hij Birds verandert door alle vogels weg te gummen, een witte driehoek of zwart vlak in een beeld van Bruce Nauman plaatst of een TL buis van Dan Flavin ontkleurd.  

vermeer

Generalisten zijn het succesvolst, maar soms wil ik graag een jumper zijn.

 

(1)Neli Debrova was Research fellow at NMAH-Smithsonian Institution, Washington DC, USA in 2009 and in February 2011 she won a fellowship at the NYU/ CNRS : Transitions UMI (Unité Mixte Internationale 3199) Memory & Memorialization program - New York University, NY, USA.
Neli has published twelve articles in her research field of art and aesthetics, focusing on the role of the image and the philosophical works of Gilles Deleuze, Ludwig Wittgenstein and Jacques Lacan, and the discourses surrounding the events of 11th September, 2001, in the United States.